Als je op zoek bent naar een stukje natuurpracht in IJsland kan ik je een bezoek aan Dyrhólaey aanbevelen. Onderweg bijtend op mijn tanden en duimend dat de auto de steile zigzagweg naar de klif van Dyrhólaey aankan, worden we beloond met een indrukwekkend zicht op de zwarte zandvlaktes van Zuid-IJsland.
Dyrhólaey is een schiereiland aan de zuidkust van IJsland. Na een schilderachtige rit over een smalle strook land slingert de weg omhoog naar een hoger gelegen platform, dat 120 meter boven de oceaan uitsteekt en uitkijkt over een lang stuk dramatische zwarte kustlijn, dat zich tot ver in de verte uitstrekt.
We konden niet naar het Kirkjufjara strand zelf gaan omdat de toegang tot het strand gesloten was omdat er dodelijke sneakergolven zijn die in het verleden al wat slachtoffers gemaakt hebben.
Sneaker waves hebben weinig met schoenen te maken. Het zijn golven die onschuldig lijken, maar opeens enorm ver het strand op komen en waar een heel sterke stroming in schuil gaat. Hoe sneakergolven worden gevormd is niet met zekerheid bekend, maar ze gaan ervan uit dat die golven ontstaan wanneer veel golven met dezelfde snelheid samenkomen. Ze vormen dan een nieuwe enkele golf, die veel sneller en groter is dan normaal.
Een waarschuwingsbord geeft ook aan dat de ondergrond zeer onstabiel is en dat er in het verleden aardverschuivingen hebben plaatsgevonden. In 2012 stortte een Nederlands koppel van het gemarkeerde wandelpad zo'n 40 meter naar beneden. Als door een wonder overleeft het koppel de val. Terwijl de wind ons haast over de rand blaast blijven we dus veilig op het uitkijkpunt staan en genieten van de glinsterende golven van de Atlantische Oceaan aan de ene kant en de verre berglandschappen van de Mýrðalsjökull en Eyjafjallajökull gletjer aan de andere kant.
Na een kleine wandeling op de 120 meter lange wandelpromenade hebben we ook een prachtig uitzicht op het zwarte zandstrand Reynisfjara en de basaltstapel, Arnardrangur wat 'Adelaarsrots' betekent. In vroegere eeuwen was het een broedplaats voor de IJslandse zeearend maar sinds 1850 zijn ze er niet meer gezien. De IJslanders geloofden vroeger natuurlijk dat Arnardrangur een versteende trol was. In werkelijkheid is het een geërodeerde vulkanische prop, zoals de meeste prachtig gebeeldhouwde zeestapels verspreid over het vulkanische zwarte zand van de IJslandse kustlijn.
De enorme stenen boog 'Dyrhólaey', wat zich vertaalt naar ‘de heuvel- eiland met het deurgat‘ is van vulkanische oorsprong. Deze boog is het resultaat van eeuwenlange erosie en was ooit een eiland voordat het zich bij het IJslandse vasteland voegde. In feite is dit natuurlijke kenmerk zo gigantisch groot dat een waaghalspiloot er in 1993 zelfs doorheen vloog. Zelfs boten kunnen gemakkelijk door de opening varen.
In de oudheid noemden passerende zeelieden Dyrhólaey 'Kaap Portland'.
Bovenop Dyrhólaey staat Dyrhólaeyjarviti, een prachtige oude vuurtoren die bestaat uit een witte, vierkante betonnen toren. De eerste vuurtoren in het gebied werd in 1919 gebouwd; de huidige constructie werd voltooid in 1927. Bezoekers kunnen hier zien hoe de vuurtoren elke tien seconden stralen wit licht naar zee schiet.
Dyrhólaey is een must-see stop tijdens elke roadtrip langs de zuidkust. De combinatie van de sterke wind, hoge, grillige rotsen en het opspattende zeewater van het gewelddadige tij maken dit tot een onvergetelijke plek.
Plan je ook een reis naar IJsland?
Neem dan zeker contact met me op, ik deel graag mijn ervaringen met jou.
Veel reisplezier in IJsland!
Comments