top of page

IJsland: Het land van vuur, ijs en... schapen!

Foto van schrijver: Thijs MarleenThijs Marleen

IJsland stond al jaren bovenaan mijn reislijst. De ruige landschappen, indrukwekkende watervallen en de vulkanen trokken me enorm aan. Maar wat ik niet had verwacht, was dat ik tijdens mijn reis een andere, onverwachte hoofdrolspeler tegen zou komen: het IJslandse schaap.



Vanaf het moment dat we met de auto de boot afrijden en de kronkelende, 16 km lange fjord van Seyðisfjörður verlaten en de open wegen van IJsland verkennen, valt het direct op: schapen, overal schapen! Op heuvels, in valleien, langs de wegen en zelfs midden op de weg – ze zijn werkelijk overal. We leren al snel dat er in IJsland meer schapen dan mensen wonen, met naar schatting 500.000 schapen tegenover zo’n 370.000 inwoners.  Het houdt in dat gemiddeld iedere inwoner 1-2 schapen heeft. In het voorjaar, wanneer de lammetjes worden geboren, verdubbelt dat aantal zelfs tijdelijk.



Wat IJslandse schapen uniek maakt, is dat ze het grootste deel van het jaar vrij rondzwerven. Ze grazen vrij op weidegronden die aan de randen van de hoogvlakten liggen, waar ze jaarlijks in mei door de schapenhoeders naartoe worden gedreven.

Pas in de herfst worden ze verzameld tijdens de traditionele ‘réttir’, een eeuwenoude gewoonte waarbij boeren hun schapen bijeen drijven en sorteren. Réttir kan tot een week duren, omdat de schapen snel kunnen bewegen en erg verspreid zijn over het land. De schapen hebben niet echt een kudde instinct, waardoor ze elkaar niet achterna lopen. Hierdoor is het voor boeren moeilijk om hun kudde goed bij elkaar te krijgen.




Tijdens onze roadtrip door het land is het al snel duidelijk dat schapen weinig respect hebben voor verkeersregels. Regelmatig moeten we vaart minderen of zelfs stoppen omdat een paar wollige vrienden midden op de weg staan te grazen of ontspannen liggen te herkauwen. Dit zorgt niet alleen voor grappige fotomomenten, maar ook voor enkele spannende rijervaringen.



Elk schaap dat momenteel op IJsland rondloopt stamt af van een kudde die oorspronkelijk door de Vikingen in de 9e en 10e eeuw werd meegebracht. Daarmee is het het puurste schapenras dat er op de wereld bestaat. Zij namen de schapen mee op hun boten en bouwden een nieuw leven op in IJsland. Verder werden er ook IJslandse paarden, koeien, geiten en varkens geïmporteerd. De varkens bleken al snel niet geschikt voor het leven in IJsland, waardoor deze er ook niet meer gehouden worden. De paarden en schapen werden het meest gebruikt. Het paard vooral als vervoersmiddel en het schaap voor eten, kleding en het drinken van de melk. Ze aten echt álles van kop tot teen van het schaap, waardoor de schapenkop (Svið) nog steeds een belangrijk traditioneel gerecht is. Maar deze foto zal ik jullie besparen ;-)


Ook vandaag speelt het schaap nog een belangrijke rol in de IJslandse keuken. IJslands lamsvlees staat bekend om zijn pure en milde smaak, dankzij de natuurlijke voeding die de dieren krijgen. Tijdens onze reis proberen we een traditionele ‘kjötsúpa’, een stevige lamsvleessoep die perfect kan opwarmen na een frisse dag in de buitenlucht.



Terwijl we langs vulkanen, gletsjers en watervallen rijden, besef ik dat de schapen van IJsland net zo iconisch zijn als de adembenemende natuur zelf. Ze maken deel uit van het landschap en de cultuur, en hun aanwezigheid geeft onze reis een onverwachte charme.

Het zijn echte boerderijdieren die thuishoren in hun weilanden maar vaak ontsnappen de schapen in IJsland aan hun weilanden en dwalen ze over de weg, dus pas op voor een verdwaald schaap!




Het IJslandse schaap is niet alleen schattig, maar zijn wol houdt de IJslanders al decennia lang warm. De wol is dubbel gecoat en daardoor waterafstotend. Het biedt een geweldige bescherming tegen de extreme weersomstandigheden in IJsland. De gemiddelde jaarlijkse vacht van een IJslands schaap weegt 2 tot 3 kilogram. De schapen worden twee keer per jaar geschoren en dat levert ongeveer 800.000 kilogram aan wol op.



Aangezien het wol van het IJslandse schaap zo’n goede kwaliteit heeft, is het heel leuk om een handgemaakte Lopapeysa te kopen. Dit is een typische IJslandse trui die in het midden van de 20e eeuw ontstond. De lokale bevolking ging toen op zoek naar nieuwe stijlen en ideeën om het wol te verwerken. Het ontwerp is sindsdien een nationaal icoon geworden voor de IJslandse culturele identiteit.




Ik koop mijn lopapeysa trui bij een handwerkwinkeltje in Seyðisfjorður. De kosten van een lopapeysa zijn tussen de 150 en 250 euro, maar geloof me; het is een goede investering. Vooral met deze dure energieprijzen 😉



Bij een trui hoort natuurlijk ook een nieuwe IJslandse muts.

De zoektocht naar een passense muts kan beginnen. De verkoopster komt naast mij staan ​​en glimlacht. "Prachtige keuze," zegt ze "Hij is warm, waterafstotend en... onweerstaanbaar."Ik knik. Ik weet het. De drang is te groot. Ik grijp de muts, trek hem over mijn hoofd en voel direct de omhelzing van duizenden kleine IJslandse schaapjes. Bij de kassa rekent mijn verstand nog snel uit hoeveel ik uitgeef, maar mijn hart roept: Dit is een investering in overleving!


Buiten wacht de ijzige wind mij tegemoet. Maar ik lach. Laat de kou maar komen. Ik ben nu één met de IJslandse wol.





Dus mocht je ooit naar IJsland reizen, bereid je dan niet alleen voor op spectaculaire uitzichten en ruige natuur, maar ook op een flinke dosis wollige metgezellen langs de weg!




68 weergaven0 opmerkingen

Comments


Meer info?

 

Schrijf je in!

© 2020 by Marleen Thijs

  • White Facebook Icon

Blijf je graag op de hoogte van nieuwe blogposts? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang elk vers verhaal direct in je mailbox!

Jouw privacy is voor ons van het grootste belang. Lees meer over hoe wij met gegevensbescherming omgaan in onze

    Bedankt voor je inschrijving!   

bottom of page