21false05 GMT+0000 (Coordinated Universal Time)



Catania ligt aan de oostkust van Sicilië, genesteld tussen de Ionische Zee en de imposante Etna, de grootste actieve vulkaan van Europa. De stad heeft een bewogen geschiedenis: gesticht in de 8e eeuw voor Christus door Griekse kolonisten, veroverd door Romeinen, Byzantijnen en later Normandiërs, en herhaaldelijk verwoest door aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Elke keer herbouwden de inwoners Catania, vaak in barokke stijl, waardoor de stad vandaag een unieke combinatie van geschiedenis, architectuur en mediterrane energie uitstraalt. Wandelend door de straten merk je de lagen van verleden en heden; van antieke ruïnes tot levendige markten en pleinen vol barokke pracht.

Eén van de opvallendste poortgebouwen van Catania is de Porta Garibaldi, ooit bekend als Porta Ferdinandea. Deze indrukwekkende toegangspoort dateert uit de 18e eeuw en markeert het historische stadscentrum. De poort is gebouwd na de aardbeving van 1693, die vrijwel de hele stad verwoestte en leidde tot een grootschalige heropbouw in Siciliaanse barokstijl. Porta Garibaldi diende ooit als ceremoniële toegangspoort voor belangrijke gasten en wordt vandaag nog steeds gezien als een symbool van wederopstanding en veerkracht. Wandelend door deze poort voel je het contrast tussen het monumentale verleden en het bruisende stadsleven erachter.

Je vraagt je misschien af: wat maakt Sant’Agata zo bijzonder?
Agata heeft al jaren mijn aandacht. In de Begijnhofkerk van St-Truiden, waar ik naast woon, staat op een linker steunpilaar een muurschildering van haar. Ze wordt afgebeeld met ontbloot bovenlijf, terwijl twee gelaarsde mannen haar borsten met afschuwelijk gereedschap afknijpen — een ware martelscène. Haar verhaal — jonge martelares, heilige, symbool van standvastigheid — maakte me nieuwsgierig. Daarom wilde ik haar stad bezoeken en haar verhaal hier voelen.

Agata was een kuis, beeldschoon 15-jarig meisje dat weigerde het christendom af te zweren en zich niet wilde overgeven aan de wellusten van de Romeinse consul Quillianus. Zwaar beledigd gaf hij opdracht om haar met gloeiende ijzers te martelen en haar borsten af te snijden.

Aan Sant’Agata worden tal van wonderen toegeschreven, maar het meest bekende is dat ze Catania zou hebben gered van een verwoestende uitbarsting van de Etna. Tijdens haar martelingen begon de vulkaan plots te rommelen. Een kolkende lavastroom dreigde de stad te overspoelen, maar volgens de legende deed een gebed van Agata de lava van richting veranderen. Sindsdien bidden inwoners tot haar wanneer de Etna dreigt te ontwaken. Door haar associatie met vuur geldt ze in de christelijke traditie ook als patrones van vuurwerkmakers en glasblazers.

Uiteindelijk werd Agata veroordeeld tot de brandstapel, maar een aardbeving redde haar van dat lot. Ze werd terug naar de gevangenis gebracht, waar volgens de traditie Sint-Pieter haar wonden genas. Op 5 februari 251 stierf ze, nog altijd trouw aan haar geloof. Vanaf dat moment werd zij de beschermheilige van Catania.

Haar dood wordt wordt jaarlijks herdacht tijdens de Festa di Sant’Agata, één van de grootste religieuze feesten van Sicilië. Honderdduizenden aanbidders nemen deel aan een processie die meer dan 24 uur kan duren, in de hoop dat Agata de stad opnieuw zal beschermen tegen vulkaanuitbarstingen.

Bij deze viering eten bezoekers geglazuurde gebakjes in de vorm van witte borsten, afgewerkt met een gekonfijte kers — de minne di Sant’Agata. Ze moeten perfect van vorm zijn; het deeg wordt lang gekneed zodat de minne soepel en veerkrachtig zijn, wat geluk en bescherming zou brengen. Deze cassatelle zijn gemaakt van in likeur gedrenkt biscuit, gevuld met ricotta, chocoladedruppels en gekonfijt fruit, bedekt met glazuur en een kers erbovenop.

In sommige delen van Italië wordt de voorspraak van Sant’Agata ingeroepen tegen vuur, bliksem en vulkaanuitbarstingen, en de laatste jaren ook voor vrouwen met borstkanker.
Deze ronde cakejes zijn een specialiteit van Catania. Ze zijn gemaakt van in likeur gedrenkte biscuit, en zijn gevuld met ricotta, chocoladedruppels en gekonfijt fruit. De buitenkant is dan weer bedekt met wit glazuur en afgewerkt met een gekonfijte kers. Daardoor lijken ze op een pronte vrouwenborst, en dat is niet toevallig. De Cassatella worden immers ook minne di Sant’Agatta genoemd, of borsten van Sint-Agatha.

Een bezoek aan Catania kan natuurlijk niet voorbij zijn zonder dit befaamde gebakje te proeven. Mijn zus en ik vleien ons neer op het terras van Prestipino, één van de bekendste pasticceria’s van Catania. Het gebak is romig en zacht, de ricotta subtiel zoet, het glazuur dun en perfect. Samen met een espresso proef ik een stukje Catania dat eeuwenoude traditie combineert met moderne perfectie. Het is niet alleen een culinaire ervaring, maar ook een manier om het verhaal van Sant’Agata letterlijk te proeven.


Nadat ik in Catania weer wat inspiratie heb opgedaan voor het maken van een nieuw gebakje thuis, stappen we de basiliek binnen. De sfeer verandert onmiddellijk: de drukte van de stad blijft achter de zware deuren. Voor ons staat de sarcofaag van Sant’Agata. Alles is ingetogen en sereen. Pelgrims steken kaarsen aan, anderen bidden zachtjes. Geen groot spektakel, geen overdaad, alleen een eenvoudige en sobere ruimte die je stil maakt.




Catania is niet alleen de stad van Sant’Agata en barokke pracht, maar ook de geboortestad van pasta alla Norma, vernoemd naar de opera van Vincenzo Bellini, die hier geboren en begraven is. Deze eenvoudige maar iconische pasta met aubergine en ricotta is werkelijk overal te vinden — en smaakt in Catania toch net een tikkeltje beter.

Terug thuis in Sint-Truiden wandel ik weer langs de Begijnhofkerk. Daar staat ze nog steeds, Agata, onverstoorbaar op de muur. Alleen kijk ik nu een beetje anders.
Ik zie niet meer alleen het fresco, maar ook de basiliek in Catania, de drukte rond de Etna, en natuurlijk… dat romige gebakje met een kers erop.
Reizen verandert soms geen wereldbeelden — soms verandert het gewoon de manier waarop je een stukje muur in je eigen stad bekijkt. En dat is eigenlijk al mooi genoeg.

Soms reis je om iets nieuws te zien,
en keer je terug om iets ouds
met nieuwe ogen te bekijken.
Sicilië + Sint-Truiden verweven met elkaar door
Sant’Agata, beschermheilige van Catania





Opmerkingen