Zowat iedereen zal je vertellen dat het gewoon niet mogelijk is om Parijs op één weekend te 'zien'. En toegegeven, ... dat is waar. Want de Franse hoofdstad is een immense stad! Om deze stad van de liefde echt te leren kennen, heb je dus zeker langer nodig dan een etmaal, maar met deze blog als tweedaags reisverslag krijg je toch al een voorproefje van de Lichtstad!
Na een comfortabele trip met de trein van amper anderhalf uur vanuit Brussel, trok ik al gauw op ontdekkingstocht. Ondanks ik er al talloze foto's en video's van heb gezien, verrastte de Eiffeltoren me in het echt toch nog heel erg. De 324 meter hoge 'ijzeren dame' staat ondertussen al130 jaar mooi te wezen in de Franse hoofdstad. Geen wonder dat het één van de zeven wereldwonderen is die op de UNESCO-lijst staan.
Het is niet alleen een toeristische attractie, maar ook een symbool om de Franse revolutie te herdenken. De Eiffeltoren is misschien cliché, maar zonder meer een plek die je gezien moet hebben en het werd hoog tijd dat ik dit van mijn bucketlist kon schrappen. Als je er pal onder staat en naar boven kijkt, voelt het alleszins heel groots en indrukwekkend aan.
In Parijs ben je nooit meer dan 500 meter verwijderd van een metrostation en ze zijn bovendien niet moeilijk te vinden. Het rode bord 'Metro' - en soms ook een geel bord met groene letters 'Metropolitan' brengt me naar het ondergrondse netwerk van metrotreinen.
Het metrosysteem van Parijs is ongelooflijk goed verbonden en heel erg handig om je snel door de stad te begeven. Met 16 metrolijnen en meer dan 300 stations kun je met de metro heel wat kilometers in Parijs afleggen. De eerste metrolijn van de stad werd in 1900 geopend, dus ze hebben behoorlijk wat jaren gehad om het transportsysteem te perfectioneren.
Een andere toeristische trekpleister waar je zeker ook het ondergrondse metronetwerk voor moet verlaten is de Arc de Triomphe. In feite zijn er trouwen 4 'Arc de Triomphe's' in Parijs, waaronder de Arc de Triomphe du Carrousel vlakbij het Louvre, de minder imposante Arc de Triomphe bij Porte Saint-Martin en Arc de Triomphe bij de Porte Saint-Denis.
De bekendste is natuurlijk de Arc de Triomphe de l'Etoile aan de enorme rotonde van twaalf lanen die in de 19e eeuw werden geopend. Deze lanen "stralen" als een ster rond het plein. De triomfboog is van ver zichtbaar door wie op de wereldbefaamd Champs-Elysees flanneert.
De Arc de Triomphe de l'Etoile is niet alleen bekend omdat het een belangrijk kruispunt van Parijs is, maar ook omdat het een verkleinde kopie is van de Boog van Constantijn Septimius Severus (313-315) in Rome.
Deze boog werd gebouwd door Napoleon omdat hij tot koning van Italië werd gekroond én ter ere van zijn leger, Bonaparte's Grande Armée. De talrijke sculpturen van de overwinningen, standbeelden en reliëfs herinneren aan de heldendaden van zijn leger. Direct onder de voet van de boog bevindt zich het graf van de onbekende soldaat uit de Eerste Wereldoorlog.
Vanaf de Arc de Triomphe is het fijn richting Champs-Elysees te wandelen. Hier zijn er veel winkels, evenals restaurants, eetgelegenheden en modewinkels. Maar opgelet, de prijzen zijn hier op heel wat plekken astronomisch en niet betaalbaar ... toch niet voor mijn portemonnee.
Na heel wat kilometers Parijs ontdekken, wandelen, eten, winkelen en 'sight-seeing' is het tijd om wat tot rust te komen. Hôtel Prince de Conti is gunstig gelegen in het centrum van Parijs in het 6de arrondissement en is gevestigd in een authentiek Parijs herenhuis.
Elke kamer en suite heeft een unieke inrichting in een Belle Époque-thema. Nog wat nabeschouwen na een mooie eerste dag bij een lekker glaasje, en dan gaat het licht uit. Letterlijk en figuurlijk.
Paris s'éveille... Als je in Parijs blijft overnachten, moet je de dag à la parisienne beginnen. Dat wil zeggen: buiten op het terras van een café of typische Parijse bistro, met een croissant en een espresso, wie weet met de krant erbij.
Het doorsnee Franse ontbijt is als 'petit déjeuner' bezwaarlijk een grote maaltijd te noemen en alleszins eenvoudiger en lichter dan wat je in andere landen in de vroege ochtend voorgeschoteld krijgt. Roerei, bonen, omelette of worstjes zoals bij onze Engelse vrienden ga je hier niet meteen zien. Dit komt ook wel omdat de Fransen daarentegen wel graag een grotere maaltijd nuttigen als lunch. Maar voor nu is het genieten van 'café et croissant'.
Gezellig en à l'aise op een terras op Place de la Madeleine neerstrijken, terwijl je de stad ziet ontwaken, kinderen naar school vertrekken en heel wat mensen op weg naar het werk voorbij rijden... En dat allemaal gebaad in de eerste lentezon die het terras opwarmt. Meer moet dat soms niet zijn. L'église de la Madeleine aan de overzijde is overigens een heel speciaal geloofsgebouw. De bouw begon in 1764 en eindigde in 1842. Het uiterlijk - atypisch voor een religieus gebouw - heeft de vorm van een Griekse tempel zonder kruis of klokkentoren. Napoleons wens was om er een pantheon of eretempel van te maken ter ere van zijn legers.
Na de koffie is het tijd om verder de stad te ontdekken. Le Grand Palais is nog zo één van de karakteristieke Parijse monumenten. Gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1900, is het herkenbaar aan zijn grote glazen koepel geflankeerd door de Franse vlag. Een architectonisch meesterwerk dat steen, staal en glas combineert en sinds 2000 geklasseerd is als historisch monument.
Wie naar Parijs komt, kan natuurlijk de bruggen over de Seine niet missen. Maar liefst 37 bruggen en loopbruggen overspannen de Seine en verbinden de linkeroever met de rechteroever van Parijs. Elke brug heeft een andere decoratiestijl en creëert een unieke schoonheid. De Pont Alexandre III is door de Unesco geklasseerd als werelderfgoed.
De toren van de Tour de l’Horloge is uit 1360, maar het uurwerk dateert al uit 1334 en was een geschenk van Karel V. Deze klok werd vroeger - toen de koningen nog verbleven op het Ile de Cité - gebruikt om de geboorte aan te kondigen van een prins of prinsesje. De klok werd bij een prinses 24 uur en bij een prins maar liefst 48 uur geluid. Ten tijde van de Franse Revolutie zouden de klepels vervangen zijn, omdat de oude klepels een te 'koninklijk' geluid zouden hebben gegeven. Of het allemaal waar is, is de vraag, maar wat zeker is dat men hier kijkt naar de oudste openbare tijd van Parijs.
Een monument dat ik persoonlijk prachtig vind en voor mij geen enkele foto in volle glorie kan vastleggen is de Sainte-Chapelle. Dit monument bestaat uit twee kapellen boven elkaar, die in 1248 werden ingewijd. Het is misschien niet het meest gekende monument van Parijs, maar ik kan je alleen aanraden het wel te bezoeken. Het is overigens gebouwd op dezelfde plek waar eens de Romeinse gouverneurs van Lutetia hun paleizen hadden.
Ook deze kerk kende zijn verval. Tijdens de Revolutie maakte men van deze kerk een graanopslag, maar het was gelukkig Napoleon die hier een halt aan toe riep. De bovenkapel is indrukwekkend: 17 meter wijd en 20,5 meter hoog, 15 gigantische gebrandschilderde ramen van elk 15 meter hoog, met daarop 1134 verschillende voorstellingen uit het Oude- en Nieuwe Testament... Wie oog en geduld heeft voor detail, komt hier zeker voldaan buiten.
Na opnieuw een gevulde tijd met site-seeing en kunstkijken, duikt er een gezonde portie honger op. In Parijs kan je gelukkig op heel veel plaatsen heerlijk én betaalbaar eten. In het hart van het historische Parijs, op het Ile de la Cité (tussen de Notre-Dame, de Sainte-Chapelle en de Conciergerie, en tegenover het Palais de Justice), was de brasserie Les Deux Palais de geschikte plek om te lunchen in een typische Franse Belle Epoque-stijl.
De stad heeft nog zoveel in petto met mooie lanen, parkjes, wandelpaden langs de Seine met kunstenaars,... en heel wat torens. Met een hoogte van bijna 200 meter is de 44 jaar oude wolkenkrabber Tour Montparnasse het op twee na hoogste gebouw in Parijs. Ooit werd deze vermeld als één van de lelijkste wolkenkrabbers ter wereld. Maar er is beterschap op komst: een project van 316 miljoen euro zal de impopulaire wolkenkrabber tegen 2023 volledig opknappen.
Maar waar de toren zelf misschien inderdaad niet Parijs' mooiste is, is het uitzicht van bovenaf wel topkwaliteit. Een snelle lift brengt je in 38 seconden naar boven tot de 59ste verdieping van waar je een uniek uitzicht hebt op alle grote monumenten van de hoofdstad, waaronder de Eifeltoren, de Champs Elysees en zoveel meer.
Zoals gezegd, 1 of 2 dagen Parijs zijn natuurlijk veel te kort om al het moois van de stad te ontdekken. Zelfs wie hier een leven lang vertoeft, ontdekt na vele jaren nog telkens nieuwe verrassende plekjes en raakt niet uitgekeken op de Lichtstad. Met mijn korte trip heb ik zeker geproefd van het moois van de stad, maar heb ik nog altijd een goed excuus om snel weer eens terug te gaan.
Bon voyage !

FRANKRIJK - PARIJS - EIFELTOREN - BUCKETLIST
Коментарі