Appelgebak
- Thijs Marleen

- 18 sep
- 2 minuten om te lezen
Het is oogsttijd in Haspengouw. In Sint-Truiden kleuren de boomgaarden goudgeel en rood. Overal zie ik kisten vol appels, net geplukt door de telers die nu op hun drukste moment van het jaar zitten. Terwijl de geur van rijpe appels in de lucht hangt, krijg ik spontaan zin om appeltaart te bakken.

Ik sta in de keuken, het raam open, en hoor in de verte het zachte geronk van tractors die hun lading naar de veiling brengen. Voor mij liggen appels die zojuist uit de boomgaard komen. Ik schil, snijd en meng ze met een vleugje kaneel en suiker. De geur van de kruidige vulling doet me meteen denken aan vroeger, toen mijn mama de taart in de oven schoof en het hele huis zich vulde met de geur van zoetigheid.

Appeltaart is niet zomaar een gebak. Het verbindt generaties en brengt mensen samen aan tafel. Terwijl de bodem van boter en bloem knapperig wordt in de oven, verandert de appelvulling langzaam in een smeuĆÆge, goudbruine laag. Ik proef al bijna de eerste hap: licht zuur van de appel, zacht zoet van de suiker, en die typische toets van kaneel.
Hoewel appeltaart bij ons zo huiselijk en vertrouwd voelt, gaat de geschiedenis ervan ver terug. De eerste recepten voor appeltaart duiken al in de middeleeuwen op, onder andere in Engelse en Nederlandse kookboeken. In de 16de eeuw verschijnt er zelfs een recept in een Nederlands kookschrift. Sindsdien ontwikkelt elk land, en vaak zelfs elke familie, zijn eigen versie. Soms met rozijnen, soms met een raster van deeg bovenop, soms met kruimels. Maar de essentie blijft: appels in een jasje van deeg, gebakken tot troostend gebak.
Hier in Haspengouw krijgt die traditie nog een extra laag betekenis. Dit is de streek waar appels groeien in overvloed. Elke hap van de taart smaakt dus niet alleen naar mijn mama's keuken, maar ook naar de vruchtbare grond van de streek.
Leuk weetje! š
Appels bevatten niet alleen vezels en vitaminen, maar ook⦠lucht. Ongeveer 25% van een appel bestaat uit lucht, en dat verklaart waarom een appel in water blijft drijven. Daarom zie je bij oude volksfeesten vaak het spelletje appels happenĀ ā makkelijk Ć©n leuk, omdat de appels nooit zinken.
š IngrediĆ«ntenš„ 3 eieren
š¬ 150 g suiker
š§ 100 g boter (gesmolten)
š„ 150 ml melk
š rasp van 1 citroen + 1 eetlepel sap
š¾ 250 g bloem
š¬ 1 zakje vanillesuiker
š„ 1 theelepel bakpoeder
š 2 appels (bijv. Jonagold)
š„ Poedersuiker om te bestrooien
š„ Optioneel: kaneel naar smaak

Bereiding1ļøā£ Klop de eieren met de suiker luchtig.
2ļøā£ Voeg de gesmolten boter, melk, citroenrasp en -sap toe en meng.
3ļøā£ Voeg de gezeefde bloem en het bakpoeder toe en meng voorzichtig tot een glad mengsel.
4ļøā£ Schil de appels, halveer ze en snijd ze in dunne plakjes. Leg ze radiaal op het deeg in een met bakpapier beklede springvorm.
5ļøā£ Bak 40-45 minuten op 180 °C, tot de appeltaart mooi goudbruin is.
6ļøā£ Bestrooi met poedersuiker en serveer warm! š½ļø
En terwijl ik de oven open en de warme taart op het aanrecht zet, weet ik: dit is meer dan een gebak. Het is oogst, herinnering en thuis, gevangen in ƩƩn geurige schotel.

Smakelijk !









Opmerkingen